Dat de uitroep: ‘Help, politie!’ in Roemenië meerdere betekenissen kan hebben, zal oplettende lezertjes die vóór de val van Ceaușescu nog weleens een krant opensloegen bekend voorkomen. De Roemeense Securitate was een gevreesde geheime politie, die naar men zegt de helft van de bevolking recruteerde om de andere helft te bespioneren.
Tegenwoordig is dat anders. Paul vertelt weleens dat kort na de revolutie de politie zo volslagen zonder gezag bleef, dat men rustig bij het passeren van een agent zijn raampje kon opendraaien en hem de een of andere verwensing (bijvoorbeeld de Roemeense versie van : Apekop!) toevoegen. Tegenwoordig is dat niet meer zo.
Nu wordt niet zozeer de Hermandad, alswel worden zijn boetes gerespecteerd. Die kunnen fors oplopen. Anderszins gaat de politie geheel mee in de relaxte omgang die de Roemeen met zijn wetgeving heeft. Vorige week stond ik te wachten bij een rood voetgangerslicht (over de verkeerslichten een andere keer meer), toen twee exponenten van de Verkeerspolitie mij achterop kwamen. Na enig aarzelen zei Jan Rap tegen zijn maat: ‘Kom!’ En haastig staken ze over.
Ook het aantal keer dat ik een politieagent achter het stuur van zijn Dacia al telefonerend een te ruime bocht heb zien nemen, is niet meer op de vingers van een hand te tellen. Toch krijg je voor alle vergrijpen die in Nederland wegenverkeerswettelijk een probleem vormen ook hier een serieuze boete. Vanwege het puntenrijbewijs moet de onvoorzichtige hardrijder zonder radardetector om de zoveel tijd opnieuw examen doen – naast het betalen van een minimumloon aan boete.
Het examen op zich is net als in Nederland. Het kan vriezen, maar ook dooien. Ze worden hier afgenomen door de politie. De mannen die ik door het rode licht zag lopen waren juist op weg naar zo’n examensessie. Het vertrekpunt van de examens is langs het park Titan, u kent het wel. Het schijnt seizoen te zijn, want iedere ochtend word ik, als ik na het meer de hoek om sla, begroet door een pandemonium van lesauto’s voor rijbewijs B en die voor vrachtauto’s en bussen (welke letters dat zijn weet ik niet meer, maar het is allemaal Europees). Deze stoet van autootjes, auto’s, vrachtwagens en autobussen blokkeert zorgvuldig de halve rijbaan tijdens het spitsuur, terwijl op het trottoir zich een menigte kandidaten ophoudt in verschillende stadia van nagelkluiverij.
Uiteraard is het moeilijkste deel van het examen de inschrijving. Heeft men zich door de bureaucratische molen van de Boekarestse verkeerspolitie geworsteld, is de rest een peulenschil. Toch kan het verkeren, getuige een verder zeker niet onkundige collega die het een paar keer over moest doen.
Naast voornoemde nagelbijtende agglomeratie zitten op een bankje drie agenten de kandidatenlijst door te nemen. Alle tijd van de wereld. Van de vele mensen die mij verbazen, zijn de ambtenaren die bij drukte niet harder, maar juist langzamer gaan, toch wel een soort op zich. Deze politieagenten zaten daar op dat bankje alsof ze in een andere dimensie zaten. En niemand vond het gek of wond zich zichtbaar op. Terwijl als een Roemeen zich opwindt, je dat meestal wel merkt. Een andere dimensie, zeg ik u. Heel even dacht ik ze uit een soort tijdluchtbel te zien stappen…