Links ziet u het nieuwe aangebouwtje van de lokale belastingdienst in onze deelgemeente, Sector 3. Nou wonen wij al een tijdje in dit prachtige land, dus ik weet ook nog hoe het was voordat dit gebouwtje er stond. Je moest in vochtigwarme gangen in rijen staan voor kamertjes, waarvan je niet zeker wist of je daar inderdaad kon doen waar je voor kwam (belasting betalen of een parkeervergunning aanvragen, bijvoorbeeld). En had je dan na een aantal rijen de juiste kamer te pakken, en de ambtenaren waren niet met lunchpauze of anderszins incommunicado, dan kon je je dossier uitstallen voor de Behandelaar. Na het ophalen van een ontbrekend document (er ontbrak altijd een document of, erger nog, een stempel) kon je dan een beduimeld briefje krijgen. Met dat briefje sloot je aan in een andere rij, voor de kas, waar je mocht betalen.
Dat is dus nu allemaal anders. Op de foto ziet u een rolstoeloprijlaan, dat is een mooie illustratie van de ambities om de dienstverlening richting moderniteit te stuwen. Spekglad overigens, ’s winters – maar het idee was mooi. Binnen geen lange rijen meer. Als ik de lokale belastingen wil betalen (auto, parkeerplaats, onroerend goed) kan ik meteen doorlopen en heb ik uitsluitend mijn identieitsbewijs nodig. Je kunt zelfs met pin betalen. Sterker nog, als je van de gemeente een inlognaam en wachtwoord regelt, kan je al je lokale belastingen voortaan online betalen.
En het allermooiste: die hele belastingen kosten geen reet! Voor een kleine honderd euro zijn we weer het hele jaar van ze af.
Bij de rechtenfaculteit, waar ik ook nogal eens door de gangen schrijd, heeft men de komst van de Computer met blijdschap ontvangen. Vandaag had ik een bibliotheekpasje nodig, omdat ik binnenkort aan mijn scriptie ga schrijven. De pasjes werden verzorgd door twee allerliefste dames in een vertrek met een plafond van 4 meter, houten lambrizering en drie stokoude pc’s, die met de handen in het haar zaten. De dames, niet de pc’s. Want het internet dee het niet. Wat had ik nodig voor een pasje? Een pasfoto, 25 lei (plm 5 euro), mijn studentenpas en…twee gefrankeerde enveloppen. Gevraagd naar het waarom van die enveloppen, werd mij uitgelegd dat daarin de aanmaningen werden verstuurd als ik een boek te lang had geleend. Ja maar, waar hebt u mijn e-mailadres dan voor nodig? Meneer, zo zijn de regels…
Een van de lieve mevrouwen ging na enig rondgebel om IT-advies de server opnieuw opstarten, de ander vertelde me ondertussen uitgebreid over het uitleenstelsel. Boeken kon je bij haar lenen, maar niet alle. Sommige boeken moest je bij leeszaal 1 lenen. Bij leeszaal 2 kon je artikelen kopiëren. Het lenen van proefschriften was overigens ten strengste verboden – om plagiaat tegen te gaan, volgens de lieve dame. Dat je daar ook andere maatregelen tegen kunt nemen, was haar vast wel bekend. Maar, de regels…
Terwijl de teruggekeerde serverheldin mijn pasje ging intypen, mocht ik ook meteen een boek lenen. Het bleek dat er over mijn scriptieonderwerp in totaal 5 publicaties waren, dus dat scheelt weer leeswerk.
Na veel papierwerk en gezelligheid mocht ik mijn pasje meteen meenemen. Om de gefrankeerde envelopjes waren ze gelukkig vergeten te vragen.