
De kerk op strada Batistei. Geleend van wikigogo.org
Komend weekend worden we voor de derde keer peetouders, wanneer de kleine Paul wordt gedoopt. Gelukkig wordt het een klein feestje. Veel Roemenen hebben de neiging om zich enorm in de kosten te steken voor dit soort gelegenheden, om de appearances maar up te keepen. Maar daar hebben Pauls ouders dus niet zo’n last van. Eerst naar de kerk, waar de priester wel is gewaarschuwd dat er een niet-Roemeen peetouder wordt, maar waar we ook een plan B klaar hebben voor het geval ik op het laatste moment wordt geweigerd als naș. Ik mocht laatst bij een huwelijk ook al opeens geen getuige zijn van de ambtenaar, dus we zijn voorzichtig.
En daarna naar het restaurant. Een vriend heeft de pianist en de zangeres geregeld, een tweede heeft de drank gesponsord. Wordt gezellig.
Maar afgelopen weekend hadden we een ander typisch Roemeens evenement in het dorpje Măgura, waar Ana tot haar zesde bij opa en oma heeft gewoond en waar wij in de zomer nog altijd vaak komen. Oma is een paar jaar geleden overleden en overlijdens worden door de familie herdacht met eens in de zoveel tijd een parastas.
De parastas bestaat uit een speciale kerkdienst (op zaterdag) en een maaltijd. De nieuwe priester had er vaart achter gezet, want na een uurtje was de hele bedoening afgelopen. Voedselpakketjes uitgedeeld aan de arme dorpelingen, en toen aan het werk voor het eten. Oma heeft haar hele leven in een kamertje van 2,5 bij 2,5 gewoond en daar hadden we wat buren uitgenodigd om samen met ons te eten en te drinken en herinneringen op te halen aan de overledene. Het grote huis ernaast (niet op de foto) is ’s winters onverwarmd omdat er niemand permanent woont.
In de stad bestaan nog dezelfde tradities wanneer mensen zijn overleden, maar die krijgen daar onwillekeurig een soort komisch karakter. Je voelt je op het Roemeense platteland echt onderdeel van het verleden, omdat de tradities zo naadloos in het leven passen en door iedereen worden gerespecteerd. Niets is stijf, gedwongen of opgeprikt. Alles is vloeiend, natuurlijk en vanzelfsprekend. De dood hoort bij het leven en daar wordt ook niet overdreven somber over gedaan. Zo’n parastas gaat vaak over in een klein feestje ter ere van de overledene. Het Roemeense platteland sterft helaas wel uit, dus het kan zijn dat dit soort tradities na een of twee generaties ook verdwijnen. Dat zou zonde zijn.