Iets langer dan een jaar geleden overleed mijn toenmalige baas en ik nam me voor om dat niet ongemerkt voorbij te laten gaan. Toch ging er een jaar voorbij, want wie dood is heeft alle tijd. Bovendien kon hij geeneens Nederlands lezen, ook al werkte hij voor een Nederlands bedrijf.
Dan Stoica was pas 45. Een gemene kanker velde hem, na (zo bleek achteraf) twee jaar behandeling. Een vrouw en drie kinderen denken waarschijnlijk nog elke dag aan hem. Ik ook best vaak, het was een bijzondere man.
Hij liep altijd rond met plannen in verschillende stadia van uitvoering. De meeste leidden tot niets, maar bij het vastlopen van een project was hij alweer bezig met drie nieuwe. En hij werkte hard. En hij werkte aan zichzelf. Hij wilde graag een goede coach zijn (of worden) en dat probeerde hij op mij uit. Zo’n manager heb ik in Roemenië nog nooit gezien. Hij was moeilijk te pakken te krijgen voor feedback, maar als je hem in kleine kring sprak dan bleek hij heel goed te kunnen luisteren. Of in ieder geval dat oprecht te willen. Zijn enthousiasme was bovendien onverslaanbaar met argumenten en zeer aanstekelijk. Zo heeft hij mij meerdere keren nieuwe moed ingepraat als ik een bepaald project niet zag zitten. Dan zette onvermoeibaar Roemenië op de kaart binnen de multinational waar we werkten. Hij hield als een jongleur allerlei zijprojecten, maatschappelijk relevante initiatieven en innovatie-ideeën in de lucht. Vanaf zijn ziekbed regelde hij lopende zaken en tussen twee behandelfasen in lanceerde hij nieuwe projecten of ging naar internationale bijeenkomsten. Twee weken voor zijn overlijden verlengde hij nog mijn contract. Een aantal collega’s wist dat hij ziek was, maar zijn optimisme hield ons (bijna) allemaal voor de gek. Zonder hem werd het bedrijf weer een gewoon bedrijf.
Ik zag nu dat zijn LinkedIn-profiel nog bestaat. Dat is eigenlijk ook wel aardig – een minimonument voor wat hij allemaal heeft gedaan. Een topvent, zo nu weten jullie het ook.
Mooi in memoriam Jo!