Eerst maar eens op de webzijde kijken. Oh helaas, je kunt niet online treinkaartjes kopen van Boekarest naar Luxemburg.
Maar toch wilde ik daar naartoe. Gelukkig vermeldde de zijde van de Roemeense spoorwegen (CFR) dat er nog ouderwetse loketten waren op wel drie locaties in Boekarest. Dat bleek uiteindelijk tegen te vallen omdat ze allemaal waren samengevoegd. Toen er opeens iedere dag rijen Oekraïeners voor het loket op het hoofdstation (Gara de Nord) stonden, werden de lokettroepen snel daar geconcentreerd.
Toen ik na een rondreis langs opgeheven loketten in de stad aankwam op het hoofdstation, was er toevallig geen rij. Ik trof drie slaperige beambtes, een cheffin en twee loketsters. De cheffin moest net doen alsof ze alles serieus nam maar dat viel haar zwaar want er was niets te doen. Ook had ze geen computer om solitaire op te spelen. De loketsters hadden wel een computer en daarop zochten ze uit wat en wanneer mij te doen stond.
Voorzien van een interrailpas (bleek de goedkoopste optie) stapte ik een paar weken later avontuurlijk de trein in. Ik had een slaapplek gereserveerd in een tweepersoonscoupé. Mijn reisgenoot was een gentleman met snor. Saampjes hadden we een wc en een douche. Alles ging goed. Ik had erop gerekend dat de restauratiewagon er niet was, wat ook zo was. En rijden maar. En hatsekidee.
In de bergen (Karpaten) aangekomen ging het niet meer zo van hatsekidee, want door (hoofdzakelijk) achterstallig onderhoud aan het spoor ging de trein op grote stukken niet harder dan 50.
De gentleman met snor en ik trokken ons terug op onze opklapbedden en sukkelden langzaam in ieders slaap – totdat midden in de nacht de grenswachten kwamen speuren naar verstekelingen. Eerst de Roemeense grenspolitie, toen de Hongaarse grenspolitie. Ik nam me voor om Roemeniës toetreding tot het Schengengebied hartstochtelijk te gaan steunen, want door de controles stonden we twee keer een half uur stil in niemandsland. Heel luguber.
Eenmaal in Wenen aangekomen (de nachttrein ging van Boekarest naar Wenen, zonder overstap) kon ik verder de zoevende treinen van de ÖBB en dan de DB nemen, via München en Saarbrücken. Het laatste stukje moest met de bus, want werkzaamheden.
En zo ging het, hartstikke goed en met 30 minuten vertraging op een reistijd van 29 uur. Onderweg knikten de bomen en dieren me vriendelijk toe – daar gaat een milieuheld!
Volgende keer de terugreis, die was veel spannender.