Ik zag tot mijn schrik dat het laatste blukje alweer van juni was. Dat komt: vakantie van drie weekjes in de Heimat, vervolgens 2 weken stage bij een advocatenkantoor dat een stuk leuker was dan de website doet vermoeden. Namelijk erg leuk.
En dan zit je zomaar in augustus. De afgelopen weken gebeurt er bovendien zó veel in de Roemeense politiek, dat ik een soort van dekking heb gezocht voor het nieuws en nog maar mondjesmaat op de internets kijk. Geen gebrek aan inspiratie dus, maar een teveel aan input.
U heeft wellicht gehoord van het plagiaatschandaal. Premier Victor Ponta werd in Nature en de Frankfurter Allgemeine Zeitung van plagiaat beticht. Er barstte een mega-schandaal los waarop de premier reageerde met diverse uitspraken als: “Als jullie het echt willen, doe ik gewoon afstand van die doctorstitel. Maar ik treed niet af!” of “Als de bevoegde commissie oordeelt dat ik heb geplagieerd, treed ik zeker af.” Drie commissies hebben een uitspraak gedaan over het geval.
Ponta heeft zo’n 80 van de 300 pagina’s in zijn proefschrift letterlijk uit andere bronnen overgenomen, zonder aanhalingstekens, voetnoot of bronvermelding, maar mét vermelding van de oorspronkelijke publicaties in de bibliografie. Afgezien van het duidelijke gebrek aan wetenschappelijke bijdrage dat dit plaatje oplevert (maar goed, de beste man heeft het proefschrift gemaakt in een jaar, toen hij ook staatssecretaris was) is dat plagiaat. Het is plagiaat volgens de nationale commissie voor universitaire diploma’s en titels, het is plagiaat volgens de ethische commissie van de Universiteit van Boekarest, maar volgens de inderhaast van nieuwe leden voorziene nationale ethische commissie is dit geen plagiaat.
Bent u er nog? Hoofdpijnverhaal. Met een persoonlijk probleem voor mijn persoontje, aangezien nu wel duidelijk is dat je Roemeense academische titels met een korreltje zout moet nemen. Het is mogelijk dat de eigenaar er hard voor heeft gewerkt, maar het is ook mogelijk dat de wetenschappelijke bijdrage zeer gebrekkig is.
Maar het schandaal was nog niet op zijn retour of het parlement besloot om de president af te zetten. Dat kan volgens de grondwet in geval van ‘ernstige overtredingen van de grondwet’ (Art. 95). Vervolgens moet er een referendum worden georganiseerd binnen 30 dagen, waarin de kiezer beslist of de president inderdaad moet vertrekken. Nou, dat ging op zijn Roemeens. Een referendum organiseren is niet niks, dus de regering moest alle zeilen bijzetten om de boel in goede banen te leiden. Beschuldigingen van fraude vulden de lucht lang voor de datum van het referendum (29 juli) en zijn nog niet verstomd. Gisteren heeft het nationale anticorruptieparket wat simpele dorpelingen ondervraagd in een gemeente waar 200% van het aantal stemgerechtigden was komen opdagen. Dat werd breed uitgemeten op de nationale nieuwszenders.
Maar alles verbleekt bij het schandaal rondom het Constitutionele Hof. Dat hof moet volgens de grondwet het resultaat van het referendum goedkeuren. Toen bleek dat ondanks manipulatie en opzweperij het benodigde aantal stemmers (50%) niet was komen opdagen en het referendum dus ongeldig zou zijn en de afgezette president dus weer terug zou keren, en de blaaskakerige interimpresident (Antonescu) ongelooflijk op z’n muil zou gaan, ging de regering aan de regels morrelen.
Hoewel op de dag van het referendum de minister van Binnenlandse Zaken (Ioan Rus) nog werd geprezen met een voortreffelijk georganiseerde gang van zaken, klonk al de volgende dag de beschuldiging uit regeringskringen dat de kiezerslijsten niet kloppen. Alle Roemeense stemgerechtigden staan op kiezerslijsten en dat aantal kiezers zijn de noemer van het opkomstpercentage. Als er in werkelijkheid minder kiezers bestaan, was het referendum misschien toch geldig, de president afgezet en kon Antonescu het pluche gaan schuren.
Ik zal u de details besparen verder. Alle ogen in Roemenië zijn nu gericht op het constitutionele hof, dat een uitspraak moet doen over het referendum. Inmiddels is een minister afgetreden over het referendum, zijn een staatssecretaris en een hoge ambtenaar in staat van beschuldiging gesteld, heeft het Hof verklaard onder druk te worden gezet door politici, hebben de Amerikaanse regering en meneer Barroso daarover geklaagd, heeft het Hof eerst gevraagd om gecorrigeerde lijsten en die vraag vervolgens weer ingetrokken, en doet volgens alle commentatoren veel te lang over een uitspraak die in wezen doodsimpel is.
En zo worden de Roemenen iedere dag overstelpt met de meest haarklovende juridische opinies, de meest ruwe beschuldigingen, de meest waanzinnig scenario’s. Vanuit de publieke opinie zeggen steeds meer commentatoren nog maar een ding: “Jullie zijn allemaal stom. Het maakt ons niet uit wie er wint, regel het gewoon en houd een sop met ruziemaken!”