Mijn vader, altijd scherp, stuurde mij dit knipsel toe uit de papieren Trouw – waarmee ik ook ben opgegroeid. Ik draag die krant een warm hart toe. Het ging jammer genoeg om een tendentieus en uit zijn context gehaald verhaal, waar ik als aspirant-jurist in Roemenië graag even op wil reageren.
De ondertitel van het stukje is ‘Advocaten vragen Nederland om hulp’. Het gaat over een Roemeense advocaat die in hongerstaking is gegaan omdat hij zijn vak niet meer mag uitoefenen. Nu is dit ongetwijfeld een ernstige zaak, want hongerstaken doe je niet zomaar. Er worden een aantal zwaar aangezette citaten gegeven (“Het recht om advocaat te zijn staat voor ons gelijk aan het recht op leven”). Verder wordt verteld dat ‘advocatenorde Bota’ aan de Nederlandse ambassadeur heeft gevraagd om Roemenië buiten het Schengen-verdrag te houden wegens te veel corruptie. De strekking van het artikel is, dat als zelfs de eigen advocaten worden dwarsgezeten en om uitsluiting van deelname aan een verdrag vragen wegens corruptie, dat het dan wel heel erg moet zijn.
Er zit echter veel meer achter dit verhaal. De context is weggelaten en dat vind ik een kwalijke zaak. Ook is er nergens in het artikel wederhoor toegepast. Trouw heeft hier naar mijn mening achterstallig huiswerk.
Roemenië heeft, net als de meeste landen, één nationale orde van advocaten (de UNBR). Deze is bij wet geregeld (Wet nr. 51/1995). In de wet staat dat de UNBR de enige advocatenorde is en dat het oprichten van andere ordes is verboden. Advocaten kunnen uitsluitend als lid van deze orde hun beroep uitoefenen. Op straat en in de media worden er af en toe beschuldigingen van corruptie geuit over het toelatingsbeleid van de orde. Sommigen zouden een illegaal handje worden geholpen bij het zware toelatingsexamen. Als dat waar is, is dat natuurlijk niet in de haak.
Het is echter een heel ander verhaal als je dan maar zelf een advocatenorde gaat oprichten. Dat heeft meneer Pompiliu Bota gedaan. Stel je voor dat advocaten in Nederland ook maar hun eigen orde gingen oprichten als ze vonden dat de deken corrupt was? De Roemeense rechter moet volgens de nationale wet reageren en die meneer Bota veroordelen voor het onrechtmatig uitoefenen van het beroep van advocaat. Dat is ook gebeurd. Een aantal andere advocaten (het in het artikel genoemde aantal van 5000 lijkt mij zwaar overdreven, ik heb er ook nergens bronnen voor kunnen vinden) zijn het met deze meneer Bota eens en in plaats van lid te worden van de UNBR hebben zij zich aangesloten bij de orde van Bota. Als je dan van de rechter en het openbaar ministerie niet als advocaat mag optreden, moet je niet gek opkijken. En als er een strafrechtelijk onderzoek tegen jou loopt, kan je ook in Nederland heel makkelijk ‘van je bed worden gelicht’. Overigens ligt meneer Bota ook om andere redenen in de clinch met de Roemeense overheid – hij heeft op procedurele gronden een zaak gewonnen over belastingontduiking (hij had illegale sigaretten gefabriceerd in de jaren negentig). Dat heb ik van zijn eigen website. Zijn thema is dus niet uitsluitend corruptie onder advocaten.
Ik wil best geloven dat deze meneer Bota oprecht tegen misstanden wil strijden en zijn medestanders ook. Maar de manier waarop roept vraagtekens op. Er zijn een heleboel NGO’s in Roemenië die net zo hard tegen corruptie strijden, maar zonder zelf de wet te overtreden.
Afgezien daarvan is het verhaal van het Schengen-verdrag slechts zijdelings gerelateerd aan vermeende corruptie binnen de Roemeense orde van advocaten. Roemenië mag nog geen partij worden bij dit verdrag omdat men bang is dat straks de deuren voor smokkel wijd open gaan, ondanks de meest geavanceerde elektronische grensbewakingssystemen. Dit gaat dan met name om corruptie bij de Roemeense douane.
Tot slot wordt er een rapport van de Europese Commissie met de haren bijgesleept, waar staat dat ‘politiek gemotiveerde aanvallen op de rechtspraak zijn niet gestopt’. Nu is het zo dat de Roemeense magistratuur in binnen- en buitenland wordt geprezen om zijn recent verworven onafhankelijke houding en standvastigheid. Het parlement en de uitvoerende macht worden vaak aangewezen als de grote corrupte boosdoeners. Dat wordt in het artikel niet genoemd. Politieke aanvallen op de rechtspraak zijn iets heel anders dan misstanden binnen een advocatenorde, maar in het artikel wordt alles moeiteloos op een hoop geveegd.
Juist als het gaat om een land wat vaak tendentieus in het nieuws wordt gebracht, mag je van een krant als Trouw een genuanceerd beeld verwachten. Ik hoop dan ook dat er in de toekomst betere artikelen over dit thema zullen verschijnen.