Categorie archief: Nederlands

Sulina

source: romaniajournal.ro

Zoals de vorige keer beloofd zijn we in 1 zomer twee keer de Donaudelta ingedoken. De tweede keer ging het ons exclusief om het eindpunt, het stadje Sulina waar (een van de armen van) de Donau uiteindelijk in de Zwarte Zee stroomt.

Sulina is alleen per boot te bereiken, dat is op zich al geweldig. Voor de inwoners niet, want die moeten iedere keer anderhalf uur met de boot om de bewoonde wereld te bereiken. ’s Zomers zijn er toeristen, nu met de pandemie zelfs wat meer omdat een aantal mensen de bekende, volle badplaatsen aan de Zwarte Zee wilde mijden (Mamaia, Costinesti). Zo ook wij.

We hadden een huisje gehuurd van een mevrouw. Een huisje in Turkse stijl, nog van haar ouders geweest (een Rus en een Griekse). Zo kosmopolitisch zie je het alleen in havensteden. Er wonen in Sulina nu naast Roemenen nog Lipovanen (een soort Russen), Oekraïeners, en een paar Grieken.

In de 19e eeuw was het een heel ander verhaal. De Sulina-arm was toen het belangrijkste punt waar de Donau in zee uitkwam. Er woonden veel zeelui. Dankzij de Europese Commissie voor de Donau, een internationaal samenwerkingsverband dat tot na de Eerste Wereldoorlog het vrije verkeer op de Donau moest bevorderen, waren er ook handige handelstypes, waterbouwkundig ingenieurs en zelfs diplomaten te vinden.

Maar goed enfin dat is nu dus allemaal afgelopen. De hotemetoten uit verre landen liggen op het kerkhof (letterlijk), dat op zijn beurt een toeristische attractie is geworden. De gebouwen zijn afgebrokkeld, het gras groeit op de kades. Wij vonden Sulina wel heel aantrekkelijk, exotisch en romantisch. Maar ik zou er niet willen wonen.

De kinderen waren blij met het strand, een relatief rustig, enorm zandstrand en vrij schoon. Iedereen tevreden.

Riet

Dankzij het coronavirus waren we uit in eigen land. Het oosten van Roemenië, aan de Zwarte Zee, heet Dobrogea (Dobroedzja). In het noorden van het oosten, laten we zeggen, grofweg, komt de Donau eindelijk eens in zee uit. Maar dat gaat niet van hupsakee rechtdoor. Nee hoor. Net als de Rijn in ons koude kikkerlandje, splitst de Donau zich in wel tien miljoen kleine waterwegen en glijdt zo met zijn talloosheid het zwarte water in. Een soort Biesbosch, maar dan veel groter. Op naar Oekraïne, Georgië, Turkije.

Tussen al die waterweggetjes van de Donaudelta liggen eilandjes d

Donaudelta

Ook in Roemenië liggen de pompeblêden lui op het water.

ie je alleen met een bootje kunt bereiken. Een paradijs voor vogels – inheemse pelikanen bijvoorbeeld, en van die hele enge met lange wiebelbenen. Ook een paradijs voor vissers, smokkelaars, natuurgenieters. En een paradijs voor stomme toeristen zoals wij, die graag eens een dagje rondgevaren willen worden.

Zo gewild, zo gedaan. We hadden een hotel geboekt in Tulcea, een havenstadje aan een kromming van de rivier, heel mooi met flaneerboulevards en pittoreske, half uit het water stekende resten van de communistische koopvaardijvloot. Toen we aankwamen stuurde de receptie ons eerst naar de ene en toen weer naar de andere parkeerplaats, alles stond vol. Wat bleek, premier Orban (geen familie van die engerd uit buurland Hongarije) was op bezoek en zijn gevolg had alle parkeerplaatsen bezet.

Terwijl de kinderen het zwembad indoken en vaders een dutje deed, voeren de speedbootjes af en aan over de blikkerende Donau. ’s Avonds flaneerden wij op ons toeristenbest langs het water. Niemand viel erin. De volgende dag zouden we gaan bootjevaren, lunchen ergens in de Delta, eind van de middag terugkomen en weer terugrijden naar Boekarest (ongeveer 3 uur).

De ochtend brak aan en wij stonden al vroeg buiten het hotel te popelen. Na enig misverstand lukte het ons om in het juiste bootje terecht te komen. De schipper was een stoere vent met zeebenen. Hij informeerde ons dat we ons goed vast moesten houden, want het zou hard gaan. De Donaudelta is zo groot, dat je met roeien niet ver komt. Dus wij scheurden over het water, ik moest mijn hoed vasthouden en mijn oren klapperden tegen het want.

Aan de oevers, kilometers en kilometers van wat ik alleen maar als ‘groen’ kan omschrijven. Had ik maar opgelet met biologie. Waarschijnlijk riet. De schipper gooide er een discodreun tegenaan en na een uurtje speeden gingen we koffiedrinken op een eilandje, waar de echte authentieke huisjes stonden te wedijveren met moderne bouwerij. En verder weer, we schoten over het water, over meren, door krappe doorgangen, langs verbouwereerde vissers aan de wal, langs vluchtende vogels en vollopende fuiken.

De lunch zou worden gebroken in het dorp Letea, op een schiereiland meen ik, gevolgd door een excursie naar ‘het oudste bos van Roemenië’ met wilde paarden enzo. In het dorp aangekomen, bij de authentieke huisjes waar de vissoep klotsend in de gamellen ging, bleek dat er een enorme groep toeristen net was aangeschoven. Dan maar eerst op safari. In een omgebouwd bestelbusje roden wij over zandvlakten, door oerbossen en langs duinen. De wilde paarden bleken bij de komst van de benzinemotor door de bewoners zelf te zijn losgelaten.

Hongerig vielen wij aan op de vissekoppen met polenta en slobberden de zure soep (de beroemde ‘ciorbă de pește’ naar binnen alsof we dagen niet hadden gegeten. En voort ging het weer. Want aan het eind van de Delta ligt het stadje Sulina, een superromantisch oord van vergane glorie, waar de geest van vrijbuiters, ruwe zeebonken en pioniers nog rondwaart. Er wonen nog een paar duizend mensen en je kunt er alleen per boot komen. We zijn zelfs nog even aan het strand geweest.

Op de terugweg bleek dat het boten niet de aangeprezen 7 uur maar al met al wel 10 uur zou duren, dus naar huis rijden werd te laat. We hebben er nog maar een nachtje hotel aan vastgeplakt en zijn de volgende dag door de golvende heuvels van het oude Dobrogea (denk Romeinse forten, wijngaarden uit de Griekse tijd) weer naar huis gezoefd.

Een aanrader voor iedereen die van bootjevaren houdt. Volgende keer gaan we overnachten in Sulina (en wie weet, ons ’s nachts verrijken aan de smokkel).

In memoriam met vertraging

Iets langer dan een jaar geleden overleed mijn toenmalige baas en ik nam me voor om dat niet ongemerkt voorbij te laten gaan. Toch ging er een jaar voorbij, want wie dood is heeft alle tijd. Bovendien kon hij geeneens Nederlands lezen, ook al werkte hij voor een Nederlands bedrijf.

Dan Stoica was pas 45. Een gemene kanker velde hem, na (zo bleek achteraf) twee jaar behandeling. Een vrouw en drie kinderen denken waarschijnlijk nog elke dag aan hem. Ik ook best vaak, het was een bijzondere man.

Hij liep altijd rond met plannen in verschillende stadia van uitvoering. De meeste leidden tot niets, maar bij het vastlopen van een project was hij alweer bezig met drie nieuwe. En hij werkte hard. En hij werkte aan zichzelf. Hij wilde graag een goede coach zijn (of worden) en dat probeerde hij op mij uit. Zo’n manager heb ik in Roemenië nog nooit gezien. Hij was moeilijk te pakken te krijgen voor feedback, maar als je hem in kleine kring sprak dan bleek hij heel goed te kunnen luisteren. Of in ieder geval dat oprecht te willen. Zijn enthousiasme was bovendien onverslaanbaar met argumenten en zeer aanstekelijk. Zo heeft hij mij meerdere keren nieuwe moed ingepraat als ik een bepaald project niet zag zitten. Dan zette onvermoeibaar Roemenië op de kaart binnen de multinational waar we werkten. Hij hield als een jongleur allerlei zijprojecten, maatschappelijk relevante initiatieven en innovatie-ideeën in de lucht. Vanaf zijn ziekbed regelde hij lopende zaken en tussen twee behandelfasen in lanceerde hij nieuwe projecten of ging naar internationale bijeenkomsten. Twee weken voor zijn overlijden verlengde hij nog mijn contract. Een aantal collega’s wist dat hij ziek was, maar zijn optimisme hield ons (bijna) allemaal voor de gek. Zonder hem werd het bedrijf weer een gewoon bedrijf.

Ik zag nu dat zijn LinkedIn-profiel nog bestaat. Dat is eigenlijk ook wel aardig – een minimonument voor wat hij allemaal heeft gedaan. Een topvent, zo nu weten jullie het ook.

Zigeuners heuvelop

IMG_0121Wat te doen eind juli? Naar een vuilnisbelt met zigeuners! Op uitnodiging van een groep doortastende Hollandse families reed ik door de bergen naar Cluj in noordwest Roemenië.

Die doortastende Hollandse families gingen daar lassen, zagen en verven aan een tweetal gigantische bouwketen. De gigantische bouwketen waren het onderkomen voor een evangeliserende Hollandse stichting. De evangeliserende Hollandse stichting had het goed voor met de zigeuners die daar naast een vuilnisbelt wonen.

Naast een vuilnisbelt wonen, ik zie u de wenkbrauwen optrekken. Lang verhaal: Werkloos en zonder opleiding, lange tijd genegeerd door de overheid, wonen daar al tientallen jaren tientallen families Roma (vroeger veel meer). Zij proberen een boterham te verdienen met recycling en het hergebruiken van gevonden spullen. En dan is het handig om net naast de bron te wonen. In krotjes.

Ik hoorde dat deze families aan de ene kant geen ander bestaan kennen en last hebben van gelatenheid. Aan de andere kant: Welk mens wil er nou geen beter leven?

Om daar een handje bij te helpen, zitten er naast ‘de wijk’ twee Nederlandse stichtingen: de ene bouwt betere huisjes, de andere doet aan evangelie – voor het hiernamaals – en aan jongerenbegeleiding – voor het hiernumaals.

Maar dat gaat allemaal niet vanzelf.

Dus deze man had van een bouwbedrijf twee afgeschreven keten gekregen, voor activiteiten. Daar moest heel wat aan vertimmerd worden. En daar kon hij wel wat hulp bij gebruiken. Bovengenoemde doortastende families waren daar heel goed in, en lasten en zaagden en verfden dat het een lieve lust was. En dan hielpen ze ook nog met kleurplaatwedstrijden voor veertig gillende kinderen, barbecues voor dertig gillende tieners en morele steun voor het goede werk ter plaatse. In hun eigen vakantietijd. In een vreselijke vuilnisbeltlucht. Omringd door blaffende honden. Met een glimlach.

Ik kon ook twee daagjes meehelpen, als verfhulp en als tolk. Het was een intensieve ervaring in het Andere Roemenië. De verschillen tussen arm en rijk zijn hier enorm, en daar werd ik weer eens met de neus op gedrukt.

De bevolking neemt snel af in dit land. In 1990 waren er 23 miljoen Roemenen, nu 19 miljoen, in 2050 14 miljoen. Pensioenen kunnen allang niet meer uit de pensioenpot worden betaald, en drukken op de begroting. Er is een groot tekort aan geschoolde arbeid. De overheid bedrijft symboolpolitiek voor zigeuners, positieve discriminatiemaatregelen zonder samenhang en zonder handhaving. Als alle zigeunerjongeren minstens MBO-niveau zouden hebben, zou dat een impuls geven aan de economie en het sociaal evenwicht.

Maar, eeuwen van segregatie zet je niet even aan de kant. Zigeuners zijn een potentiële goudmijn, maar dan moet je wel hard en diep graven.

Ondertussen wordt er in Cluj doorgewerkt aan een betere toekomst. Hulde voor deze mensen. En het was nog gezellig ook 🙂

 

Arm journaille

tumblr_mh1p7vJbgQ1remlv3o1_500.jpg

Van journalismtheoryandpractice.tumblr.com

Na de enorme demonstraties begin dit jaar, van beslissende invloed bij het tegenhouden van plannen om bepaalde politici de dans te doen ontspringen, blijft het publiek waakzaam. Op straat is de rust weergekeerd, tegenover het regeringsgebouw op het Overwinningsplein staat dagelijks nog een klein groepje met een enorme Roemeense vlag. Maar op internet wemelt het van de groepen en groepjes die elkaar scherp houden met nieuws dat bij veel mediakanalen nauwelijks aandacht krijgt.

Een oplettende lezer (hoi pa!) vroeg zich af hoe het in Roemenië zit met onderzoeksjournalistiek. Nou, slecht. In de jaren negentig was er een explosie aan kranten en bladen, omdat je eindelijk mocht schrijven wat je wilde. Op de kwaliteit was nog wel het een en ander aan te merken, maar die werd gecompenseerd door een grote diversiteit.

Het huidige slop ligt aan twee dingen: Geldgebrek en misdadige moguls. Financiële problemen in de media is een wereldwijd fenomeen. De financiële narigheid van grofweg 2009-2012 zorgde al voor een enorme daling aan reclame-inkomsten voor alle Roemeense media, volgens schattingen met wel 80%. Daar komt de opkomst van Google en Facebook als afsnoepers van reclame-inkomsten nog bovenop. Bij alle media, zowel gedrukt als online, is het armoe troef.

Buitenkansje voor gemene mannen die de publieke opinie willen beïnvloeden. Enter Dan Voiculescu, een steenrijke voormalig Securitate-officier die vanuit de gevangenis een televisie- en nieuwsimperium bestiert. Nieuwszender Antena 3 en krant Jurnalul Național zijn altijd druk met lastercampagnes tegen politieke tegenstanders. Maar Voiculescu is niet de enige. In een recent commentaar op nieuwssite Hotnews.ro worden ze opgesomd. Dan Andronic, de baas van schandaalblad Evenimentul Zilei,  heeft een strafzaak aan zijn broek wegens corruptie. Sebastian Ghiță, baas van nieuwszender România TV, was ontsnapt aan voorarrest en is nu weer vastgezet. Dan Adamescu, begin dit jaar overleden, was een steenrijke zakenman, eigenaar van krant România Liberă en zat in de gevangenis wegens…corruptie. En zo kunnen we doorgaan.

Als zo’n beetje de gehele pers betaald wordt door een paar steenrijke mannen met grote belangen, dan beïnvloedt dat ook het nieuws. In een ander artikel op Hotnews.ro (niet in handen van een mogul) ging het erover dat op de dagelijkse nieuwsshows alleen gesproken wordt over een oud geheim archief dat mogelijk veel achterklap over rechters bevat. Hoe zwakker de rechters, hoe sterker degenen die berecht worden. Er viel op tv geen woord over ondeugdelijke scholen, gebrek aan vaccins, en andere actuele onderwerpen.

Het meest pijnlijke voorbeeld van de zwakke positie van de pers is misschien wel Hotnews zelf. Het is een van de meest onafhankelijke nieuwsbronnen, maar zonder sugardaddy is het moeilijk overleven, zelfs met maar een handjevol journalisten. Daarom staat de site vol met als artikelen vermomde reclame, zogenaamde advertorials. Een van de stiekeme adverteerders is de deelgemeente waar wij wonen. Die zitten van ons belastinggeld mooi weer te spelen over hun investeringen in nóg meer nutteloze bankjes en siertegels op de stoep. Ook van ons geld.

 

Parkwelvaart

Source: Hotnews.ro

In januari waren er enorme protesten in het land. Honderdduizenden mensen op de been. Deze protesten hebben ervoor gezorgd, dat de regering een noodverordening moest intrekken, die juist zo gunstig was voor de corrupte types die in Roemenië de touwtjes vast hebben. Een duidelijk doelpunt voor de burgers.

Burgers, middenklasse, het is een begrip dat hier te lande onder een dikke laag stof vandaan gehaald moest worden. Grofweg tussen 1920 en 1940 was er in Boekarest en in andere steden een middenklasse opgekomen, voor hun welvaart afhankelijk van een betrouwbare en voorspelbare overheid en volop profiterend van nieuwe voorzieningen op het gebied van onderwijs en infrastructuur. Toen in 1947 de communisten aan de macht kwamen was het uiteraard afgelopen met deze ‘kapitalistische bourgeois’ want vijanden van het volk. Burger werd een scheldwoord in de monden van apparatsjiks. In de communistische staat bestond geen middenklasse, alleen het volk en zijn leiders.

Na de revolutie, in 1989, werd een belangrijk deel van de arbeidersklasse omgezet in uitkerings- en pensioentrekkers. De megafabrieken met tienduizenden werknemers sloten en de regering was genereus met vroegpensioenen. Gevolg: Miljoenen burgers die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van het sabbelen aan de staatstiet en daarna vaak nog wat bijklussen. In bepaalde gebieden is de verhouding 3 uitkerings-/pensioentrekkers op 1 werkende.

Dan was er nog de voormalige partijleiding, laten we zeggen zo’n 20.000 partijbonzen, -kaders en securitate-officieren. Die vormen sinds de revolutie de sociaaleconomische elites, vaak in clans die door huwelijken en peetouderschap (allemaal godfathers) met elkaar zijn verbonden. Deze mensen zaten aan de knoppen toen de revolutie uitbarstte, en hebben zichzelf de baantjes en de eigendommen van de staat toebedeeld.

Voor de revolutie was er dus het volk en de partijleiding, na de revolutie de staatstepelaars en de zakspekkers. Een feodale configuratie.

Nu ontstond er begin jaren 2000 langzaam en voorzichtig een middenklasse in een aantal Roemeense steden. Na zo’n vijftien jaar economische groei (minus een implosietje in 2009-2010) is die middenklasse aardig gegroeid. In Boekarest zijn salarissen van 1500 euro netto al niet meer bijzonder en een manager bij een IT-bedrijf verdient al gauw het dubbele. Ter vergelijking: Het modaal inkomen in NL is ongeveer 2000 euro netto.

Deze middenklasse heeft er zelf voor gewerkt, en is niet afhankelijk van de staat. Zij hebben behoefte aan een voorspelbare, betrouwbare overheid – die er nu niet is. Dit in tegenstelling tot de hele grote onderklasse die door gebrek aan opleiding, perspectief en door de armoedeval vooral behoefte heeft aan uitkeringen. Daardoor is deze groep voor behoud van de status quo, waarin ze in ruil voor trouw stemgedrag kunnen rekenen op uitkeringen en pensioenen. Dat geldt ook voor de elites, die de staat nodig hebben om af te romen en om de functies die ze kunnen bemachtigen of bij wijze van gunst uitdelen.

De middenklasse heeft dus last van corruptie en baat bij transparantie, efficiëntie en integriteit. Dit zijn de mensen die Roemenië gaan redden: Ze hebben een sociale positie te verdedigen, een legitiem belang, ze hebben het geld en de energie om iets te doen. Dus als ze in het park de baby en mij zowat van de sokken rijden met hun kekke fietsjes, skates, hoverboards en autopetten, heb ik ze al snel weer vergeven.

Bergen van sneeuw

Toen ik vanmorgen met gezwinde pas de voordeur van de flat uitstapte, deed ik van de weeromstuit een stapje terug. Lag er gisteren al sneeuw, nu glimlachte mij een eindeloze witheid geheimzinnig tegemoet onder een vallend voorhang van vlokjes (pardon, ik kon het niet laten).

image1_75563400Uitgraven van de auto zou zeker een uur duren, zodat ik besloot de stoute bergschoenen aan te doen en de metro te pakken. Na enig waden bleek het bij de metro nog erg rustig, gelukkig. Als ik een half uurtje later was geweest… zie hiernaast.

De metro gaat niet helemaal tot aan kantoor. Vanaf het centrale Plein van de Eenwording (Piața Unirii) vertrekt er iedere paar minuten een trammetje met arrebeiers zuidwaarts. Als ik daar geen zin in heb, gaat er altijd nog een pendelbusje van ons kantoorgebouw, dat je voor de deur afzet.

Zo niet vandaag.

De tramhalte bood onderdak aan wat oude dametjes, die tegen beter weten in stonden te wachten. Zij wisten namelijk dat er heel geen trams meer reden. Ook het busje van kantoor was in geen velden of wegen te bekennen, midden op straat glibberde een massa forenzen – te voet.

De brede boulevard, genoemd naar koninging Maria uit het begin van de vorige eeuw, zit op doordeweekse dagen ramvol verkeer. Nu was de weg wel schoongeveegd, maar afgesloten voor autoverkeer omdat verderop het dak van een oude bierfabriek was ingestort. Kon niet tegen al die sneeuw.

Dus werd het wandelen naar kantoor, ik was een kind op speelkwartier.

20170111_075648

 

Het kan altijd gekker

Roemenië wordt sinds de stolen revolution van 1989 bijna onafgebroken geregeerd door de voormalige communistische partij, omgedoopt tot sociaaldemocraten, in werkelijkheid populistisch-kleptocraten.

Opmerkelijk genoeg blijft een stevige (relatieve) meerderheid van de kiezers geloven in deze PSD. Deze kiezers wijten de economische achterstand, afstand tussen arm en rijk, corruptie en bestuurlijk onvermogen aan iedereen (met name ‘verborgen machten’ uit het buitenland en hun handlangers) behalve de partij die al 25 jaar aan de touwtjes trekt.

Het kan een mens bitter stemmen. Begin december waren er weer verkiezingen – deze keer deed er gelukkig een nieuwe, niet-corrupte partij mee (USR) en die haalde zo’n 10 procent van de stemmen. Daar zit vast groei in. Toch werd de PSD weer ruim de grootste met zo’n 40 procent van de stemmen. Ik krijg de indruk dat veel Roemenen de onzekerheden van hun Westeuropese continentgenoten delen en hun hoop vestigen op een sterke man.

download

Liviu is blij

Nou, die heeft de PSD wel. De partijleider, Liviu Dragnea, wordt alom beschouwd als een machiavelliaans genie. Als je konkelefoezen opzoekt in de encyclopedie, staat zijn foto erbij. De grootste partij levert in Roemenië doorgaans de premier, maar Dragnea mag deze functie niet bekleden omdat hij is veroordeeld voor verkiezingsfraude vorig jaar. Hij wilde zijn medebaronnen geen kans geven, dus is er nu een zetbazin als kandidaat-premier naar voren geschoven.

 

Deze Sivil Shhaideh is getrouwd met een Assadaanhangende Syriër, die hoge functies in de dictatuur aldaar heeft bekleed. Zijzelf was jarenlang de rechterhand van partijbaron Constantinescu (in de gevangenis voor corruptie). Dragnea zelf was getuige op haar bruiloft. Algemeen wordt aangenomen dat zij premier blijft totdat het parlement de onwelgevallige wet heeft veranderd waardoor Dragnea zelf geen premier mag worden.

Fijne kerst!

 

De Sint bezoekt eerst de buitenwacht

Sinterklaas was al vorig weekend in Boekarest. Waarschijnlijk om technische redenen had hij geen paard bij zich. Wel een hoop totaal politiek correcte kleur- en roetveegpieten, hoewel je op de foto nog een paar traditionele ziet. De goedheiligman (of zoals mevrouw Nowicki zou zeggen, de hoedgeiligman) zag er zeer gezond uit en verloor geen tijd met plichtplegingen. Ieder kind werd terdege ondervraagd over zijn of haar schoolprestaties en hobby’s. Voor kado’s zouden de ouders thuis zorgen, maar er waren wel door de firma Pepernoot gesponsorde snoeptasjes. De ambassadeur had haar residentie opengesteld. Die is gelukkig nog in het centrum in een mooie villa, niet zoals de ambassade zelf die naar een akelig kantorenpark aan de rand van de stad is verhuisd.

De vaders van de kinderen (er waren veel vaders) hadden hun weekendgezicht opgezet en stonden in hun casual overhemden heel lang te wezen. Bij evenementen met Nederlanders kan ik nooit zien wat er vooraan gebeurt. Ik kwam een kennis tegen, zodat het toch nog gezellig werd. Onze oudste moest eerst liedjes instuderen onder leiding van een Zangcoach, vervolgens vroeg Sinterklaas haar een spagaat voor te doen en daarna ging ze kauwend naar het Sinterklaasjournaal kijken.

Op de terugweg vroeg ik: Zou die Sinterklaas nou echt bestaan?

Dochter: Nou de paashaas en de tandenfee die bestaan niet. Maar Sinterklaas wel hoor.

Ik: Er zijn ook kinderen die zeggen dat hij niet bestaat.

Dochter: Ja, maar in mijn klas zeggen de meesten dat hij wel bestaat.

Ik: Maar, wat zeggen die andere kinderen dan? Hoezo bestaat hij niet?

Dochter: Kan je erover ophouden? Waarom moet je dat allemaal weten?

En zo is het ook natuurlijk. Of Sinterklaar nou wel of niet bestaat, is eigenlijk niet relevant.

Maneschijn

Als de pruimen van de bomen komen denderen, weet de Roemeen dat het tijd is om de stookketel aan te vuren. Afgelopen weekend heb ik voor het eerst zelf een potje țuică gedestilleerd, onder leiding van Paul.

stookketel MaguraNou gebruiken wij alle soorten fruit in de stokerij, want als het gist dan kan je er alcohol van maken. De meeste fruitsoorten geven de drank ook nog een bouquet van jewelste. Graan of aardappels verstoken past niet in de Roemeense traditie. Dat doen ze maar in Rusland en Polen.

Op de foto bij dit stukje ziet u het hoekje in de oude koeiestal, waar mijn schoonfamilie al eeuwen aan het stoken is. Tijdens het communisme was dat klandestien, want foei alles is van de staat, dus moest Ana’s opa de lokale autoriteiten omkopen – met drank. Om de productie niet in het oog te laten lopen, had hij een ondergrondse afvoer gemaakt voor de fruitprut (borhot) die overblijft na het stoken.

Links op de foto ziet u de koperen stookketel. Hij is ingebouwd in een oven en wat u erboven ziet is een soort afneembaar expansievat. Het deurtje onderaan staat open voor de foto, om te laten zien dat er echt wat gebeurt. De ketel wordt geladen met fruit dat eerst is voorbewerkt: Goed pletten, dan wat water en eventueel suiker erbij, dan een paar weken wachten. Het fruit wordt er dus in geschept (er gaat zo’n 90 liter in). Dan wordt het expansievat erop gezet, de naden gedicht en het geheel met een stalen buis aangesloten op het koelvat (rechts op de foto). Het koelvat is gevuld met water. De buis spiraalt door het vat naar een kraantje beneden, waar je de verdampte en vervolgens afgekoelde drank opvangt.

Door zelf mengen en op eikenhout bewaren kan je de meest fantastische țuică (tswieka) maken. Maar dan moet ik eerst nog een tijdje in de leer.