Tagarchief: Nederlands

Aargh! Appartementenstress

Als ik nou ’s morgons mijn keukenrolluik openroetsj, sta ik oog in oog met een monsterachtig grote struik. Vol met lekkerruikbloempjes, dat wel, maar verder zie je vrij weinig.

Hetzelfde bij de slaapkamer van de kinderen. Daar belemmert een joekel van een rozenstruik ieder zicht op de wereld. Je kunt wel naar de rozen kijken.

Zo is het leven op de begane grond. Je bent lekker dicht bij de natuur, natuur die maar weinigen in deze betonwereld Boekarest gegeven is. Maar het groen grijpt je aan en wegens afwisselend zon en regen van onze lieve Heer groeit het de spuigaten uit.

Daarom is een beetje afstand wel fijn en we overwegen dan ook om het hogerop te zoeken. Wegens school en aanverwante activiteiten van de kinderen blijven we wel in onze communistische arbeiderswijk (voor de kenner: Titan, aan de oostkant van de stad) maar alle huizen zijn hier flats. De hoge flats in onze buurt zijn te aardbevingsgevoelig, ik durf er eigenlijk niet eens op bezoek. Maar de lagere flats van vier verdiepingen, met wat meer de menselijke maat, die heeft een bevriende expert goedgekeurd en dan is het zo.

Nou hadden we ons oog laten vallen en prompt het hoogste bod gedaan op een flatje op de tweede, in een straat die zo mogelijk nóg meer verbost is als die van ons. Je waant je daar echt in het Schwarzwald, omringd als de gebouwen zijn door duister loof. Ook leuk. Maar wel een beetje donker. Vooral omdat een of andere geniale architect de woonkamer op het noorden heeft gezet, zodat je de hele dag het licht aan moet hebben. Geen doorzon, u weet.

Punt was alleen dat na ons voortreffelijke en eigenlijk toch wel heel hoge bod van 115000 euro voor een fletje van 78 vierkante meter, de eigenaar niet meteen kon reageren. Want ze zat in Frankrijk en kwam pas twee weken later (komende maandag) naar Roemenië. En ze wilde niet iemand machtigen om bij de notaris akten te tekenen. Dus wij wachten. Wij ons verzoenen met weinig licht in de woonkamer.

Tot gisteren opeens een kennis belde, die makelaar en regelmeneer is hier in de wijk en het kan ruiken wannneer iemand denkt aan verkoop. Hij houdt projectjes warm en duikt precies op wanneer de tijd rijp is. Enfin hij belde dus en zei dat er vlak in de buurt een andere flat vrijkwam, zelfde geld, eerste verdieping maar iets minder omkneld door bosschages, en met waarschijnlijk een woonkamer op het zuidwesten.

Spannond! Ik slaap er slecht van. Want nu gaan we dit weekend kijken en als het beter is dan optie 1 moeten we als de wiedeweerga ons bod intrekken voor het per ongeluk maandag wordt aanvaard. Eigenlijk moet ik dit stukje nog niet publiceren maar ach transparantie is een groot goed en bovendien doen we niks verkeerd. Goed en wel, het zou dus zomaar kunnen gebeuren dat we van de herfst dan toch gaan verhuizen, iets waar niet alleen mijn familie maar ook mijn eigen gezin eigenlijk niet meer in gelooft…

Uit het raam kijken

Nou heb ik getverdrie nog corona gekregen ook. Twee dagen voordat ik mijn vaccin zou krijgen, het is ironisch. En ondanks alle voorzorgsmaatregelen – het voelt als een persoonlijke nederlaag.

Vorige week dinsdag hadden we voor het eerst zelftesten van de apotheek gehaald, iedereen negatief. Mijn schoonouders konden op bezoek komen. Toen ik zondag een hoestje had, dacht ik hup nog een test. Positief.

Onmiddellijk begon ik deze & gene ervan te verdenken dat ze me hadden besmet, de gemene en laaghartige besmetters. Maar het was waarschijnlijk gewoon zo’n anoniem. Die doen dat vaker. Eentje in de supermarkt, of in het openbaar vervoer waar ik vorige week bij hoge uitzondering in had gezeten.

En nu is het zo dat ik als enige van het gezin het heb. De corona. Vrouw en kinders zijn negatief. Ook al weer zo’n nederlaag. Heb ik dan geen Hollandsche afweer? Ben ik dan geen man van staal? De vraag stellen is hem beantwoorden.

Nu wordt het dus twee weken thuisblijven. Vandaag kwamen twee maanmannetjes van de lokale GGD mij een stokje in de neus raggen, voor de officiële bevestiging en statistieken. Gelukkig vallen de symptomen nog mee, hoewel die op geniepige wijze opeens schijnen te kunnen toeslaan.

Binnen moet ik een mondkapje op, want anders besmet ik de anderen. Ik ben een paria, een melaatse. Buiten regent het.

Maar gelukkig heb ik de liefste vrouw. Die heeft gauw de dagelijkse fruithapjes verdubbeld, brouwt krachtige soepen en komt altijd te pas vragen hoe het gaat. ’s Avonds kan ik lekker naar films kijken die ik alleen leuk vind, en ik ben al bijna door mijn eerste boek heen.

En afgezien van wat grieperigheid voel ik me prima, ik kan gewoon doorwerken want dat was toch al online. Dus eigenlijk valt het allemaal wel weer

mee.

Boek af

Nou zat ik gisteren peentjes te zweten, maar aan het eind van de rit mocht ik doctor heten.

En dat is fijn, want na vier jaar speuren en typen wil je weleens door met een nieuw project. Zomer 2020 was het manuscript al af, maar door diverse administratieve aangelegenheden lag het pas in december bij de drukker. En dan zag ik nog een hele berg foutjes overal. Laten we maar hopen dat men er overheen leest.

Achteraf bleek het een geweldige dag te zijn geweest, ook al was ik daar op het moment zelf te zenuwachtig voor. De commissie was welwillend en stelde leuke vragen, de laudatio was laudatief, iedereen kon meekijken en de vriendenclub hield een liveblog bij. En ik hoefde niet eens het huis uit – zo heeft een pandemie ook zijn voordelen.

Wie wil kan het boek hier downloaden, ik wens jullie leesplezier en doorzettingsvermogen.

En dan zat ik vanmorgen te denken, wat nu? Vanaf eind maart volgt eerst een keuzevak over corruptie dat ik hier mag geven aan de universiteit. Voor daarna kan ik hopelijk nog eens samenwerken met deze en gene, aan een mooi onderzoeks- en of onderwijsproject. Maar dat komt vanzelf, eerst nog wat broeden.

Toeslagenaffaire

Sputterend zat ik vanochtend boven de iPad-krant na een zoveelste artikel over de toeslagenaffaire. De ene na de andere voormalige bewindsman, die nu ergens anders een leuke baan heeft, weet van niets. De voormalige ambtelijke top, die nu ergens anders leuke banen heeft, had het toch echt wel gemeld. Dat het beleid ten onrechte veel mensen in de ellende stortte.

Ik zou zeggen, als een minister of staatssecretaris niet in staat is om memo’s te lezen die hij krijgt toegestuurd, dan is hij ongeschikt voor wat voor ambt dan ook. Datzelfde geldt voor de bazen van de belastingdienst. Als ze er echt van overtuigd waren dat de bewindspersonen het beleid moesten veranderen, dan hadden ze aan de bel moeten trekken. Zo niet: ongeschikt voor wat voor ambtelijke functie dan ook. Alleen, op het moment van schrijven heeft er nog niemand straf gekregen, behalve dat er een of twee zijn overgeplaatst naar net zo’n leuke functie aan de ambtelijke top.

Maar zo is het wel met belastingdiensten, het is hun doel in het leven om je af te knijpen. Als burger kan je bij de belastingdienst niet aankomen met het verhaal, dat je hun memo niet had gelezen. Ja inspecteur, ik heb er wel buikpijn van. Maar het is al een paar jaar geleden. Zand erover, goed? Ik ben nu net zo mooi bezig. De inspecteur (of tegenwoordig de aanslagenrobot) moet hartelijk lachen en veroordeelt je tot eeuwig schuldenaarschap. Ik lees dat sommige van die toeslagenslachtoffers een aantal jaarsalarissen moest terugbetalen. Hoe dat bij u is weet ik niet, maar bij mij wordt het jaarinkomen voor een groot deel in datzelfde jaar uitgegeven. Foetsie.

En als het nu voor het algemeen belang was, die buikpijn en die gemiste memo’s? Als het nou ergens goed voor was? Nee. De Bulgaren die onterecht miljoenen incasseerden, de belastingzeperd die koste wat kost voorkomen moest worden, is door dit optreden van de belastingdienst niet verdwenen. Opletten of iemand fraudeert lukt ze niet, en rechtvaardig maar streng lukt ze ook al niet. Misschien moet het betalen van geld aan mensen dan maar door een andere dienst worden gedaan? Ideetje? Zoals het vroeger was?

Ondertussen lachen de Bulgaren in hun vuistje. Ik hoor ze hier in Boekarest lachen. En voor je het weet staat er eentje op de stoep die claimt dat hij ook is benadeeld in de toeslagenaffaire. Laten we die dan meteen doorverwijzen naar Wiebes, Weekers en Asscher.